Sneeuw- en ijzelbestrijding: winterplan

Er zijn op gans het grondgebied van Geraardsbergen ongeveer 350 km buurtwegen en 300 km andere verharde wegen. 36 km gewestwegen doorkruisen Geraardsbergen.

Een groot gedeelte van het grondgebied is hellend of sterk hellend (5 à 10%
hellingspercentage). Tijdens de winterperiode is het een grote bezorgdheid van het bestuur
om de veiligheid van de inwoners te verzekeren, in het bijzonder tijdens de perioden van
gladheid. Het is dus de opdracht van de verschillende wegbeheerders om de wegen
begaanbaar en bruikbaar te houden. De wegen, de voetpaden, de stopplaatsen voor het
openbaar vervoer, de schoolomgevingen en de toegangen van de openbare gebouwen
moeten begaanbaar gehouden worden.

In het kader van de winterbestrijding rust op de stad geen plicht ervoor te zorgen dat de
weg volledig sneeuw- of ijzelvrij is. Zij moet wel al het mogelijke doen om de onveilige
toestanden te beperken. Het staat haar vrij de beleidskeuze te maken bepaalde wegen niet
of wel sneeuw- en ijsvrij te houden, afhankelijk van de verkeersfrequentie.
Gladheid wordt veroorzaakt door winterse weersomstandigheden zoals vriesweer, neerslag
(hagel, sneeuw en ijzel), bevriezen van een nat wegdek en aanvriezen van mist.

Volgende doelstellingen worden gesteld:

  • De veiligheid van het uitvoerende personeel en van de burger moet gevrijwaard blijven.
  • De winterbestrijding moet een bijdrage leveren aan de verkeersveiligheid.
  • De winterbestrijding vindt in principe plaats van 1 november tot 1 april. Indien de
    omstandigheden daartoe aanleiding geven kan de periode worden aangepast.
  • Bij de uitvoering van de bestrijding moet worden voorkomen dat het milieu wordt belast door overmatig strooien van wegenzout.

Fietsers en bromfietsers

Stad Geraardsbergen kent enkele belangrijke fietspaden die vooral door schoolgaande
kinderen worden gebruikt. De winterbestrijding op deze fietsroutes heeft een hoge prioriteit.

Bij lichte sneeuwval kunnen deze geborsteld worden. Bij zwaardere sneeuwval (+4 cm) moeten deze geruimd worden. Bij gladheid moet ook strooizout voorzien worden.

De fietspaden langs gewestwegen zijn de verantwoordelijkheid van het Gewest. Hiervoor
hebben wij een verzoek gestuurd naar AWV, voor het jaagpad langs De Dender werd een
schrijven gericht aan het departement W&Z van de Vlaamse Gemeenschap.
Fietspaden die niet verhoogd of afgescheiden liggen worden meegenomen in de normale
strooiroute van onze strooiwagens.

Voetgangers

Trottoirs en voetpaden maken onderdeel uit van de openbare weg. Iedereen is verantwoordelijk om het trottoir voor zijn woning ijs- of sneeuwvrij te maken. Het
politiereglement schrijft dit voor.

Is het gebouw of de grond niet bewoond, dan vallen deze verplichtingen op de eigenaars. Is
het gebouw een appartement, dan zijn de bewoners op het gelijkvloers verantwoordelijk.

De strooiwerkzaamheden door Lokaal Bestuur Geraardsbergen op voetpaden beperkt zich tot
voetpaden in de buurt van openbare voorzieningen (viaducten…) en aan openbare
gebouwen.

Fasering

  • Fase 1: Dit zijn de toegangswegen naar de hulpdiensten, viaducten en hellingen.
  • Fase 2: Dit zijn alle wegen fase 1, alsook de prioritaire wegen en de schoolomgevingen. En de verbindingswegen tussen de deelgemeenten, alsook de openbare parkings.
  • Fase 3 (Algemene oproep): Dit zijn alle wegen fase 2+ en alle overige straten en wijken
    op ons grondgebied. Het uitgangspunt is dat deze strooiwerkzaamheden niet ten koste
    mogen zijn van de begaanbaarheid van de wegen die toegang geven aan de hulpdiensten, prioritaire wegen en de wegen rond scholen.
  • Fase 4: Indien er een tekort ontstaat aan strooizout dient deze fase afgekondigd te worden, op dat moment strooien we enkel nog de toegang naar de hulpdiensten en de prioritaire wegen en hellingen.
  • Fase 5: Fietspaden en fietswegen.
  • Fase 6: Vrijmaken van openbare parkings en voetpaden aan openbare gebouwen.

Systeem van uitvoering

Gladheidbestrijding kan op verschillende manieren worden uitgevoerd.

Men onderscheidt het preventief nat-strooien en het curatief droog strooien, het strooien
met zand, het borstelen en het sneeuwruimen.

Het preventief nat-strooien behoort vanaf januari 2014 tot onze mogelijkheden met 2 voertuigen.

Het droog strooien gebeurt bij voorspelling van gladheid en ijzel, ook bij het vaststellen van
reeds opgetreden gladheid wordt deze methode toegepast voor het autoverkeer.

Bij hevige sneeuwval (+ 4 cm) wordt er eerst overgeschakeld op sneeuwruimen en daarna
op strooien.

Voor de kleinere wegen en fietspaden wordt er bij sneeuwval overgeschakeld op borstelen
met nadien eventueel nog het strooien.

Methode van uitvoering

Bij gladheid worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Bij een door het meteobedrijf opgegeven reële kans op gladheid zal door de
    coördinator overleg gepleegd worden en eventueel een visuele inspectie plaatsvinden
    door de interventieploeg van de politie.
  • We werken momenteel met 2 interne ploegen en 2 externe firma’s die de strooiacties
    ’s avonds, ’s nachts en bij hoogdringendheid voor ons uitvoeren. De fietspaden en
    voetpaden worden door onze eigen diensten gestrooid. Overdag kan een strooiwagen
    van onze dienst ingezet worden.
  • Tijdens de diensturen wordt enkel op aanwijzen van de algemeen coördinator
    gestrooid. Buiten de diensturen, op feestdagen en in weekends kan er worden
    gestrooid op aanwijzing van de politie en de dienstdoende coördinator.
  • Iedere actie van een bestrijdingsteam wordt telefonisch gemeld aan de coördinator
    en daarna bevestigd door de politie. Dit om een overzicht van de acties en het
    gebruikte zout te behouden.
    Meldingen van gladheid kunnen uitsluitend worden doorgegeven aan de meldkamer van de lokale politie, die op haar beurt contact opneemt met de coördinator van de winterdienst.