De Ark van Noach in je tuin
Stimuleer biodiversiteit. Zo maak je van je eigen tuin een ware oase voor bijen, hommels, vlinders, egels, vogels...
- Kies voor planten die bijen en vlinders aantrekken en hen van het nodige voedsel (stuifmeel en nectar) voorzien.
- Ga voor een mix van (fruit)bomen, planten en kruiden. Die bieden een rijke bron aan voedsel, bescherming en broedplekken.
- Tip: Niet veel plaats? Een geveltuintje is een leuke oplossing. Je kan er gratis eentje aanvragen via het thuisloket: geraardsbergen.be/thuisloket.
- Tip: Kies voor streekeigen planten. Die zijn goed aangepast aan ons klimaat en zijn minder gevoelig aan ziektes. In oktober kan je via de jaarlijkse actie van het RLVA streekeigen plantgoed aankopen. Je vindt alle info in de RLVA-landschapskrant die in september in je bus valt. Enkele inheemse planten en kruiden zijn: gewone margriet, knoopkruid, gele morgenster, wilde marjolein, duizendblad, lavendel, dille, kamille, goudsbloem, bieslook...
- Installeer een insectenhotel.
- Zorg voor water in de tuin. Heb je geen vijver of een zwemvijver? Plaats een schaaltje met water.
- Leg een plek voor dood hout aan. Het is een ideale schuilplek voor insecten en egels.
- Laat (een stuk van) je gazon verwilderen. Of maai je gras slechts om de drie à vier weken. Zo geef je bijen en vlinders de kans om voldoende voedsel te vinden. Bovendien verdampt het water in de bodem veel minder snel.
- Maak een egelstraat. Tuinen zijn meestal volledig afgesloten waardoor egels de straat om moeten om een doorgang te vinden. Met een egelwegel in je afsluiting kunnen de diertjes makkelijk van tuin naar tuin. Dat is heel wat veiliger voor hen. Je ontdekt hier hoe je zo'n doorgang maakt.
- Onthard waar het kan. Wist je dat 80% van de bijen onder de grond leeft? Door zo veel mogelijk te ontharden, geef je hen dus een stukje leefgebied terug. Bovendien is het een goede manier om onkruid te bestrijden. Tussen tegels en steentjes groeit namelijk snel onkruid, zeker als je er niet voortdurend op loopt.
- Tuinier zo duurzaam mogelijk en dus zonder pesticiden:
- Verwelkom nuttige insecten om plagen te bestrijden. Door het planten van inheemse soorten trek je nuttige insecten aan die plagen onder controle helpen te houden. Lieveheersbeestjes, zweefvliegen en gaasvliegen eten bijvoorbeeld schadelijke insecten zoals bladluizen en rupsen.
- Plant sterk geurende planten en gebruik niet-invasieve middelen. Bladluizen hebben een hekel aan sterke geuren. Plant daarom lavendel, knoflook of bonenkruid rond je moestuin of geteisterde planten – bladluizen maken zich dan snel uit de voeten. En gebruik koperstrips om slakken af te weren.
- Pas wisselteelt en combinatieteelt toe voor een sterkere moestuin. Door elk jaar gewassen op een andere plek te planten, voorkom je ziekten en plagen. Combineer planten die elkaar versterken, plant bijvoorbeeld basilicum bij tomaten en wortels bij uien.
- Gebruik natuurlijke middeltjes tegen ongedierte. Maak zelf milieuvriendelijke sprays van knoflook, brandnetelgier of zeepwater om bladluizen en schimmels te bestrijden zonder schadelijke chemicaliën.
- Verwijder onkruid met de hand. Wied de aarde regelmatig en gebruik op opritten en terrassen een voegenkrabber en voegenborstel. Voor het grove werk kan je eventueel een hogedrukspuit of brander gebruiken.
- Hark en schoffel de schuilplaatsen van plagen. Veel plagen overwinteren in de grond of leggen eitjes tussen dode bladeren. Door regelmatig te harken en te schoffelen, verstoor je hun cyclus en voorkom je dat ze zich vermeerderen. Dit is vooral effectief tegen larven van kevers en slakken die zich in de bodem schuilhouden.
- Zorg dat je de bodem in je moestuin niet te veel verstoort: dat trekt onkruid aan. Dus niet spitten of ploegen, wel loswerken met een woelvork.
- Laat nuttige schimmels en bacteriën hun werk doen. In een gezonde bodem leven miljoenen nuttige micro-organismen die helpen bij de afbraak van organisch materiaal en bescherming bieden tegen schadelijke ziekteverwekkers. Door compost, mycorrhiza-schimmels en andere bodemverbeteraars toe te voegen, versterk je je planten op een natuurlijke manier, waardoor ze minder vatbaar zijn voor ziekten en plagen.
- Geef water op het juiste moment. Geef s ochtends water om schimmels te voorkomen en besproei de bladeren niet te veel, zodat plagen minder kans krijgen om zich te verspreiden.
- Meer info over pesticidevrije tuinen op www.vmm.be/mijn-gifvrije-tuin.
Het lokaal bestuur aan de slag
Grasvelden
Ook ons eigen lokaal bestuur werkt aan biodiversiteit. Zo worden verschillende grasvelden niet voortdurend gemaaid. In het Abdijpark bijvoorbeeld maaien we 2 à 3 keer per jaar. Het maaisel wordt meteen weggehaald. Dat zorgt voor een armere bodem. Planten zoals distels en netels vinden dat niet leuk. Boterbloemen, klaver, fluitenkruid … wel. Dat trekt vlinders, bijen, hommels … aan die op hun beurt zorgen voor meer amfibieën en vogels.
Ook heel nuttig: dit maaibeheer zorgt voor een gezondere bodem die meer water vasthoudt, de regen beter laat infiltreren en wateroverlast voorkomt.
Voor bermen geldt een andere werkwijze. Het Bermdecreet bepaalt namelijk dat bermen niet gemaaid mogen worden tussen 15 juni en 15 september. Als een te weelderige berm echter voor onveilige verkeerssituaties zorgt, plant het lokaal bestuur wel een maaibeurt in.
Bloemenoase
Verschillende perken en bermen zijn ingezaaid met bij-vriendelijke zaadmengsels die een ware bloemenpracht tonen. Het enorme bloemenperk aan sportcentrum De Veldmuis is ons paradepaardje.
Insectenhotels
Zowel aan sportcentrum De Veldmuis als in het Grupellopark staat een groot insectenhotel. Die werden gebouwd door leerlingen van de GO! Middenschool Geraardsbergen.
Pesticidevrije aanpak
Al sinds 2015 gebruikt onze Technische dienst geen bestrijdingsmiddelen meer. Onze werkmannen gaan meestal op pad met een onkruidbrander.