Vooroordeel?! "Ze staan aan de voedselbedeling, maar hebben wel een dure smartphone"

Vaak leeft nog de idee dat mensen in armoede hun geld aan de verkeerde zaken besteden en geen prioriteiten stellen. Onderzoek naar overlevingsstrategieën van mensen met een beperkt inkomen leert dat ze juist wel prioriteiten stellen. Zo komen in gezinnen in armoede kinderen steevast op de eerste plaats. Ouders schuiven hun eigen behoeften aan de kant om hun kinderen te kunnen geven wat andere kinderen krijgen. Ze stellen bijvoorbeeld vaak hun eigen medische kosten uit om met hun kinderen naar de dokter te kunnen gaan, ze slaan maaltijden over om hun kinderen drie maaltijden te kunnen voorschotelen, ze kopen tweedehandskleding voor zichzelf en vaker nieuwe kleding voor de kinderen of ze zetten de verwarming af als de kinderen naar school zijn of slapen.

“Mijn kind merkt er niks van. Wij zorgen ervoor dat zij alles heeft en dan nadien komen wij. Zij komt op de eerste plek, want ze is ons kindje. Zij krijgt alles nieuw, maar wij dragen tweedehands kledij. Ik vind het niet erg dat ik geen schoenen kan kopen.” (Eveline, 22) 

“De constante angst of mijn kinderen gaan kunnen eten vandaag… Ik heb zelf al maaltijden moeten overslaan om mijn kinderen eten te kunnen geven. Dat stoort mij niet. Ik wil gewoon dat mijn kinderen een stabiel en goed leven kunnen leiden waarin zij niks te kort komen.” (Bianca, 28) 

Ook eerst en vooral de huishuur betalen, is typisch voor mensen in armoede. Het niet betalen van de huur of lening heeft immers zware gevolgen. Door deze kosten eerst te betalen vermijden ze dat ze op straat belanden.

“Na afbetaling van de lening van het huis, de facturen en de vroegere schulden, blijft er niets meer over. Het geld dat ik op het einde van de maand krijg is in het begin van de volgende maand op. Vroeger zaten we soms 2-3 dagen zonder eten. Dat was heel deprimerend. Soms maakte ik griesmeelpudding met wat water omdat er geen melk was.” (Janice, 50) 

“Raad eens hoeveel huur ik moet betalen voor deze kleine studio. 450 euro per maand. Begrijp me niet verkeerd, ik ben blij dat ik een dak boven mijn hoofd heb, maar de helft van mijn inkomen is de eerste dag van de maand uitgegeven. Nutsvoorzieningen zijn niet inbegrepen in de prijs, die zijn nog eens apart te betalen.” (Rachid, 61) 

Langs de andere kant, wanneer mensen te veel zelfcontrole moeten hebben, raken ze soms ook hun zelfbeheersing kwijt. Van armoede kan je niet vrijaf nemen. De constante financiële stress en bezorgdheid om het einde van de maand te halen, maken het leven zwaar. Dit verklaart waarom ook mensen in armoede geld uitgeven aan zaken die niet nodig zijn om te overleven of die ongezond zijn, zoals sigaretten. Maar mensen in armoede besteden een veel groter deel van hun inkomen aan fysieke behoeften (huisvesting, voeding, gezondheid en kleding) en opvallend minder aan vervoer, ontspanning of café- of restaurantbezoek.

“Het gebrek aan inkomen voel ik ook op mentaal vlak. Ik ben vaak uitgeput omdat ik constant moet nadenken of ik het einde van de maand ga halen. Alles wat ik doe moet ik wikken en wegen. Elke euro die buiten gaat draai ik om. En als je dan nog niet toekomt en honger moet afzien, ondanks al die moeite, doet dat pijn.” (Pablo, 19) 

“Bij alles wat ik doe moet ik dubbel nadenken: gaat dit of niet? Kan dit er van af of niet? Als ik eens buiten ga, weet ik dat er elke keer iemand moet voorschieten of me wat moet lenen. Dit zorgt ervoor dat ik nergens meer naartoe wil uit schaamte. Daardoor mis ik de leuke momenten. Ik zou gewoon eens willen genieten. Maar ik ben nooit op mijn gemak. Dit is een zware last!” (Pablo, 19) 

“Ik ben in budgetbeheer bij het OCMW en krijg als leefgeld wekelijks 40 euro (160 euro per maand!). Hiervan moet ik ook mijn sigaretten betalen, het enige ‘plezier’ dat ik me permitteer.” (Rachid, 61)

“Ik ben in budgetbeheer bij het OCMW en krijg als leefgeld wekelijks 40 euro (160 euro per maand!). Hiervan moet ik ook mijn sigaretten betalen, het enige ‘plezier’ dat ik me permitteer.” (Rachid, 61)

Een smartphone is een middel om niet uitgesloten te worden. Iedereen heeft immers een smartphone en er wordt ook verwacht dat je op internet kan, bijvoorbeeld om werk te zoeken of een aanvraag te doen. Mensen verkiezen om verschillende redenen een smartphone boven een computer: je kan hem meenemen, je kan op internet via gratis wifipunten, als hij stuk is kan je gewoon naar de winkel gaan, de aankoop is minder duur en je hebt geen maandelijks internetabonnement nodig zoals voor bij een computer. Een smartphone is zeker ook voor kinderen belangrijk: hiermee kunnen ze op internet en dat is nodig voor school. Ze krijgen hun taken immers via het internet.

Bron: www.aandeonderkant.be