Vooroordeel?! "Ze zouden beter gaan werken, dan geraken ze uit de miserie"

Achter deze uitspraak zitten twee ideeën: wie niet werkt, heeft daar eigenlijk zelf voor gekozen; en om werk te vinden volstaat het te laten zien dat je echt wil werken. Maar is dit wel zo? En geraak je uit de problemen als je werkt?

“Wie niet werkt, heeft daar eigenlijk zelf voor gekozen”

Wellicht zijn er in elke samenleving mensen die liever lui dan moe zijn. Maar dit veralgemenen naar alle mensen die werkloos zijn, is heel kwetsend en ontmoedigend. Onderzoek toont aan dat de meeste werklozen vurig verlangen om aan het werk te geraken. En dat mensen in armoede grote offers brengen om te kunnen werken. Heel wat langdurig werklozen doen zelfs gratis vrijwilligerswerk om zich nuttig te kunnen voelen voor anderen.

“Om werk te vinden volstaat het te laten zien dat je echt wil werken”

In werkelijkheid is werk vinden niet alleen een kwestie van willen. Er zijn veel andere factoren die mee bepalen of iemand aan het werk geraakt. Om te beginnen hangt dat sterk af van de arbeidsmarkt. Als de werkloosheid hoog is, concurreren veel werkzoekenden met elkaar voor elke vacature. Werkgevers kiezen steeds de beste kandidaten, dus de best geschoolden en degenen die zich het best kunnen verkopen. Het gevolg is dat na verloop van tijd de laagst geschoolde, zwakste werkzoekenden overblijven.

“Ik wil graag werken voor mijn inkomen. Maar niemand wil mij werk geven. Mijn leeftijd en gezondheid zijn een probleem voor de werkgevers, ondanks het feit dat ik een diploma heb. Een job is niet alleen financieel belangrijk. Maar als je werkt kom je in contact met mensen en kan je iets betekenen voor de maatschappij. En ook het gevoel nuttig te zijn voor de anderen is heel belangrijk voor mij. ” (Maria, 50) 

“Momenteel heb ik geen vast inkomen, dus heb ik ook niet genoeg geld om te kunnen leven. Ik heb al verschillende jobs gehad, ik neem aan wat ik kan krijgen. Momenteel werk ik een tweetal uur per dag, ik verdien maar 10 euro per keer. Dat is niet genoeg! Het lastige aan de interimjobs die ik gedaan heb is de onregelmatige basis. De ene week kunnen ze mij gebruiken, de andere week weer niet. Maar de huur blijft wel doorlopen, werk of geen werk. Dit is een last die zwaar op mijn schouders weegt. Binnen de job die ik zou willen doen, waarvoor ik opgeleid ben, is het moeilijk om aan de bak te geraken. Ze vragen vaak een diploma in plaats van het getuigschrift dat ik heb of minstens twee jaar ervaring.” (Pablo, 19)

Maar ook in ‘goede tijden’, als er veel vacatures zijn, is het voor mensen in armoede vaak heel moeilijk om een job te vinden. Mogelijke hinderpalen zijn: lage scholing, taalbarrières, leeftijd, zwakke gezondheid, vervoersproblemen (geen rijbewijs of geen auto), het stigma van langdurige werkloosheid, een laag zelfvertrouwen en discriminatie bij aanwerving.

“Dikwijls hoor je mensen zeggen: dat men maar moet gaan werken. Maar ik heb al voor enorm veel jobs gesolliciteerd. Doordat ik afhankelijk ben van het openbaar vervoer val ik altijd uit de boot.” (Tom, 50)

“Geef me een job, die bij me past op basis van mijn diploma. Ik heb daar recht op. De VDAB en de verschillende sectoren werken helemaal niet goed samen. Digitaliseer de diploma’s en de erkenning van de buitenlandse diploma’s. Dit zal het veel gemakkelijker maken om een juiste job te vinden. Je moet nu altijd maar documenten voorleggen om te bewijzen welke diploma’s je hebt en je blijft in een vicieuze cirkel draaien...” (Najat, 40) 

“Ik heb een diploma bakkerij, maar sta om fysieke redenen op een uitkering.” (Bianca, 28 jaar) 

“Ik vind het spijtig dat ik meer moet vechten om dezelfde kansen te krijgen als een ander, gewoon door mijn situatie. Ik heb het gevoel dat mensen op een andere manier naar mij kijken omwille van mijn situatie. Ze zien mij als iemand zwakker of iemand die niet wil, terwijl ik net enorm hard mijn best doe. Maar je kan dit nergens aan kan zien. De constante afwijzingen ga je ook niet overal rondvertellen. Ik ben niet in staat om de dingen te doen die mij zouden kunnen op weg helpen naar een beter leven. Zoals bijvoorbeeld een rijbewijs halen.” (Pablo, 19)

“De constante afwijzingen en slechte ervaringen bij OCMW, interimkantoren, school enz. doen pijn en zorgen ervoor dat je de hoop wel eens durft op te geven.” (Pablo, 19)

Wat men meer verdient door te werken, weegt ook vaak niet op tegen de extra kosten die men moet maken om te kunnen gaan werken (kinderopvang, vervoer enz.). Extra inkomen uit werk gaat ook deels verloren door afhoudingen van het leefloon of vermindering van de uitkering van andere gezinsleden of door loonbeslag voor de afbetaling van schulden. Werken blijkt daardoor ook vaak niet voldoende om uit de armoede te geraken. Van alle mensen in armoede die werk vinden in een bepaald jaar, is maar de helft het jaar nadien niet meer arm.

“Ik heb altijd interimwerk gedaan, halftijds. Na verloop van tijd kon ik gaan werken via een regulier contract. Plots werden hierop immens veel belastingen gevraagd (bijna 3 x 9000 euro). Dit heeft voor veel miserie gezocht. Ik verdiende maar 1200 euro, hier ging al 550 euro af voor huishuur.” (Nadine, 65)

“Het lastige aan de interimjobs die ik gedaan heb is de onregelmatige basis. De ene week kunnen ze mij gebruiken, de andere week weer niet. Maar de huur blijft wel doorlopen, werk of geen werk.” (Pablo, 19)

Bron: www.aandeonderkant.be